Beverwaard

Vergelijk 2016 met 2014

Beverwaard ligt oostelijk van de A16. De wijk is ruim van opzet, met veel groen, waterpartijen en speelvoorzieningen. Beverwaard heeft een zogenaamde ‘bloemkoolstructuur’: de hoofdstronk bestaat uit grote straten en een trambaan die dwars door de wijk loopt, de buurten daaromheen vormen de zijtakken.

Historie

De Beverwaard is een vrij nieuwe wijk, gebouwd tussen 1978 en de jaren ’90. De wijk heeft vrijwel alleen laagbouw, met veel eengezinswoningen die uitkomen op hofjes, waar kinderen rondom hun huis kunnen spelen. Bij de ingang van de Beverwaard, vanaf de Groeninx van Zoelenlaan ligt het woonwagenkamp de Kievit.

De bewoners

In de Beverwaard wonen bijna 12.000 inwoners. Ruim de helft van de wijk bestaat uit eengezinswoningen wat bijna het dubbele is van wat we zien in heel Rotterdam. Wijkbewoners en betrokkenen omschrijven de Beverwaard als een karaktervolle wijk met een dorpse sfeer.

Voorzieningen

Aan de Oude Watering is het centrale winkelcentrum van de Beverwaard. Regelmatig worden in de wijk activiteiten georganiseerd voor jong en oud, zoals het jaarlijkse wijkfeest.
Ten zuiden van de Beverwaard, in de driehoek ‘zuidpunt Beverwaard’ ligt de nieuwste tramremise van de RET. Er is een P+R voorziening met 500 parkeerplaatsen. De nieuwe remise vervangt de oude remise aan de Hilledijk. De Beverwaard is met tramlijn 23 vanaf Rotterdam centrum in ongeveer een half uur te bereiken.

  • definitieaantal inwoners
    2015
    11.705
    2013
    11.759
  • definitieaantal huishoudens
    2015
    5.052
    2013
    4.993
  • definitieaantal woningen
    2015
    4.805
    2013
    4.805
  • definitieaantal arbeidsplaatsen
    2015
    1.108
    2013
    1.085

Aantal inwoners

Definitie:
aantal inwoners dat staat ingeschreven in het bevolkingsregister van de Gemeente Rotterdam.

Bron: Basisregistratie Personen (BRP); bewerking OBI.
Peildata 1-1-2015 en 1-1-2013.

Aantal huishoudens

Definitie:
een huishouden bestaat uit een of meer personen die een woonruimte bewonen en zelf in hun dagelijks onderhoud voorzien, dus exclusief huishoudens wonend in een instelling (institutionele huishoudens).

Bron: Basisregistratie Personen (BRP); bewerking OBI.
Peildata 1-1-2015 en 1-1-2013.

Aantal woningen

Definitie:
aantal verblijfsobjecten met tenminste een woonfunctie en eventueel een of meer andere gebruiksfuncties (bijvoorbeeld winkel of kantoor). Weergegeven is het aantal zelfstandige woningen, dus uitgezonderd wooneenheden met gemeenschappelijke voorzieningen, zoals studentenunits of zorgunits.

Woningen-Bevolking Onderzoeksbestand (OBI).
Peildata 1-1-2015 en 1-1-2013.

Aantal arbeidsplaatsen

Definitie:
werkzame personen zijn alle personen die betaald werk verrichten, ongeacht het aantal uren dat men werkt. Het hier getoonde betreft het aantal personen dat werkzaam is in het getoonde gebied, ongeacht hun woonplaats; men kan dus buiten het getoonde gebied wonen.

Bron: Bedrijvenregister Zuid-Holland; bewerking OBI.
Peildata 1-1-2015 en 1-1-2013.

Aantal inwoners

Definitie:
aantal inwoners.

Bron: GBA; bewerking OBI. Peildatum 1-1-2013.

Aantal huishoudens

Definitie: aantal huishoudens

Aantal woningen

Definitie: aantal woningen

Aantal werkzame personen

Definitie:
aantal werkzame personen

Contextindicatoren (type-4)

Functioneel gemengde (centrum)wijken

De functioneel gemengde wijken kenmerken zich met name door het grote aantal werkzame personen dat in de daar gevestigde bedrijven en instellingen werkt in verhouding tot het aantal mensen dat in deze wijken woont. Naast de werkzame personen komen er ook veel bezoekers naar de winkels en culturele voorzieningen in deze wijken. Het aandeel van de bebouwde omgeving met de functie werken of voorzieningen ligt er dan ook erg hoog. De mensen in deze wijken wonen relatief veel in appartementen en flats en relatief vaak met een korte woonduur, mede door het hoge aandeel studerenden. Er wonen weinig gezinnen met kinderen. De rode en blauwe leefstijl is de meest voorkomende.

Compacte stadswijken

Deze wijken zijn gelegen binnen de 'ruit' van snelwegen in Rotterdam. De bebouwing in deze wijken staat in een hoge dichtheid. Er staan relatief veel woningen met een lage WOZ-waarde, veel meergezinswoningen (gestapelde bouw zonder lift), veel huurwoningen en dan vooral ook een relatief groot aandeel particuliere huurwoningen, en veel kleine woningen. Er wonen relatief veel nieuwe Nederlanders (bewoners met een niet-westerse afkomst, eerste generatie met een verblijfsduur van minder dan 1 jaar in Nederland) en weinig ouderen. De meeste huishoudens hebben een laag inkomen, de hoge inkomensgroep komt slechts in bescheiden mate voor. De gele en groene leefstijl zijn de meest voorkomende.

Groenere stadswijken

Deze wijken zijn gelegen binnen de 'ruit' van snelwegen in Rotterdam. De woningdichtheid is er ook hoog, maar wat lager dan in de stadswijken A, en het aandeel koopwoningen is er gemiddeld genomen wat hoger. Veel woningen zijn ook van voor 1945, vaak gestapelde bouw zonder lift. De WOZ-waarde is er hoger dan in de stadswijken A. Er wonen wat vaker studenten en de midden en hoge inkomens komen er wat vaker voor dan in stadswijken A. De rode en gele leefstijl zijn er de meest voorkomende.

Groene buitenwijken

Deze wijken liggen buiten de 'ruit' van snelwegen of zijn naoorlogse uitbreidingswijken. De woningdichtheid is hier gemiddeld genomen lager dan in de stadswijken. Er staan relatief veel eengezinswoningen, de WOZ-waarde bevindt zich vaak in de middenklasse, en er is een redelijke mix van sociale huurwoningen en koopwoningen. Gezinnen met kinderen komen er vaak voor, waaronder ook wat vaker eenoudergezinnen. Daarnaast is het aandeel ouderen er ook wat vaker oververtegenwoordigd. De gele en groene leefstijl is er het sterkst vertegenwoordigd.

Oude dorpen en gouden randen

Deze wijken zijn een mix van de nieuwste uitbreidingswijken, wijken ?op stand? en ?oude dorpen?. De woningdichtheid is er het laagst, het aandeel koopwoningen, eengezinswoningen en duurdere woningen het hoogst. Er wonen voornamelijk autochtonen, midden en hoge inkomens en gezinnen met kinderen. De blauwe leefstijl is in de meeste wijken relatief sterk vertegenwoordigd, maar ook de gele en groene leefstijl.

definitie

% personen van 65 jaar en ouder

Definitie:
aantal inwoners in de leeftijdsklasse 65 jaar en ouder.

Bron 2016: Gemeentelijke Basisadministratie (GBA); bewerking OBI.
Peildatum 1-1-2015.


definitie

% paar met kind(eren)

Definitie:
huishouden bestaande uit twee personen en een of meer kinderen, die gezamenlijk een huishouding voeren.

Bron 2016: Gemeentelijke Basisadministratie (GBA); bewerking OBI.
Peildatum 1-1-2015.


definitie

% huishoudinkomen midden

Definitie:
gestandaardiseerd huishoudinkomen is het besteedbaar inkomen, gecorrigeerd voor verschillen in grootte en samenstelling van het huishouden, zodat een vergelijkbaar welvaartsniveau wordt weergegeven, ongeacht grootte en samenstelling van het huishouden. Zo worden inkomensniveaus van bijvoorbeeld alleenstaanden en gezinnen beter vergelijkbaar. Aan de hand van de landelijke verdeling van huishoudensinkomens worden lage, midden en hoge inkomensgroepen afgebakend. Daarbij wordt de middelste 40 van de landelijke inkomensverdeling als de groep ‘middeninkomens’ beschouwd.

Bron 2016: Regionaal Inkomensonderzoek (RIO;CBS); bewerking OBI.
Peildatum 1-1-2014. Inkomens over belastingjaar 2013.


definitie

% koopwoning

Definitie:
koopwoningen zijn woningen in eigendom van particulieren ten behoeve van bewoning door henzelf, ook wel bekend als ‘eigenaar-bewoners’.

Bron 2016: Woningen-Bevolking Onderzoeksbestand (OBI).
Peildatum 1-1-2015.


definitie

% eengezinswoning

Definitie:
woning met tenminste één door de toegangsdeur ontsloten vertrek op de begane grond of beletage, beide zonder opbouw van andere objecten.

Bron 2016: Woningen-Bevolking Onderzoeksbestand (OBI).
Peildatum 1-1-2015.


definitie

% m2 objecten met woonfunctie

Definitie:
percentage van de totale oppervlakte (in vierkante meters) van gebouwde objecten in de wijk dat bestemd is voor de functie wonen.

Bron: Kadaster – Basisregistraties Adressen en Gebouwen (BAG).
Peildatum 1-1-2013.