Feijenoord (gebied)
Vergelijk 2016 met 2014
Dit zijn de contextindicatoren voor Feijenoord (gebied).
- definitieaantal inwoners
- 2015
- 73.080
- 2013
- 72.114
- definitieaantal huishoudens
- 2015
- 35.536
- 2013
- 34.954
- definitieaantal woningen
- 2015
- 34.086
- 2013
- 33.868
- definitieaantal arbeidsplaatsen
- 2015
- 35.871
- 2013
- 29.002
Aantal inwoners
Definitie:
aantal inwoners dat staat ingeschreven in het bevolkingsregister van de Gemeente Rotterdam.
Bron: Basisregistratie Personen (BRP); bewerking OBI.
Peildata 1-1-2015 en 1-1-2013.
Aantal huishoudens
Definitie:
een huishouden bestaat uit een of meer personen die een woonruimte bewonen en zelf in hun dagelijks onderhoud voorzien, dus exclusief huishoudens wonend in een instelling (institutionele huishoudens).
Bron: Basisregistratie Personen (BRP); bewerking OBI.
Peildata 1-1-2015 en 1-1-2013.
Aantal woningen
Definitie:
aantal verblijfsobjecten met tenminste een woonfunctie en eventueel een of meer andere gebruiksfuncties (bijvoorbeeld winkel of kantoor). Weergegeven is het aantal zelfstandige woningen, dus uitgezonderd wooneenheden met gemeenschappelijke voorzieningen, zoals studentenunits of zorgunits.
Woningen-Bevolking Onderzoeksbestand (OBI).
Peildata 1-1-2015 en 1-1-2013.
Aantal arbeidsplaatsen
Definitie:
werkzame personen zijn alle personen die betaald werk verrichten, ongeacht het aantal uren dat men werkt. Het hier getoonde betreft het aantal personen dat werkzaam is in het getoonde gebied, ongeacht hun woonplaats; men kan dus buiten het getoonde gebied wonen.
Bron: Bedrijvenregister Zuid-Holland; bewerking OBI.
Peildata 1-1-2015 en 1-1-2013.
Aantal inwoners
Definitie:
aantal inwoners.
Bron: GBA; bewerking OBI. Peildatum 1-1-2013.
Aantal huishoudens
Definitie: aantal huishoudens
Aantal woningen
Definitie: aantal woningen
Aantal werkzame personen
Definitie:
aantal werkzame personen
Alle contextindicatoren
Leeftijdsklasse
% personen tot 15 jaar
Definitie:
aantal inwoners in de leeftijdsklasse 0 tot 15 jaar.
Bron 2016: Gemeentelijke Basisadministratie (GBA); bewerking OBI.
Peildatum 1-1-2015.
% personen van 15 tot 65 jaar
Definitie:
aantal inwoners in de leeftijdsklasse 15 tot 65 jaar.
Bron 2016: Gemeentelijke Basisadministratie (GBA); bewerking OBI.
Peildatum 1-1-2015.
% personen van 65 jaar en ouder
Definitie:
aantal inwoners in de leeftijdsklasse 65 jaar en ouder.
Bron 2016: Gemeentelijke Basisadministratie (GBA); bewerking OBI.
Peildatum 1-1-2015.
Herkomst
% personen geen migratieachtergrond
Definitie:
autochtonen zijn personen van wie geen van de ouders buiten Nederland geboren is, ongeacht het eigen geboorteland (definitie CBS).
Bron 2016: Gemeentelijke Basisadministratie (GBA); bewerking OBI.
Peildatum 1-1-2015.
% personen met westerse migratieachtergrond
Definitie:
allochtonen zijn personen van wie tenminste een van de ouders buiten Nederland geboren is, ongeacht het eigen geboorteland (defintie CBS). Tot de westerse allochtonen worden personen gerekend met als herkomstgroepering een van de landen in de werelddelen Europa (excl. Turkije), Noord-Amerika en Oceanië of Indonesië of Japan.
Bron 2016: Gemeentelijke Basisadministratie (GBA); bewerking OBI.
Peildatum 1-1-2015.
% personen niet-westerse migratieachtergrond
Definitie:
allochtonen zijn personen van wie tenminste een van de ouders buiten Nederland geboren is, ongeacht het eigen geboorteland (defintie CBS). Tot de niet-westerse allochtonen worden personen gerekend met als herkomstgroepering een van de landen in de werelddelen Afrika, Latijns-Amerika en Azië (exclusief Indonesië en Japan) of Turkije.
Bron 2016: Gemeentelijke Basisadministratie (GBA); bewerking OBI.
Peildatum 1-1-2015.
Huishoudenstype
% eenpersoons huishoudens
Definitie:
huishouden bestaande uit een persoon.
Bron 2016: Gemeentelijke Basisadministratie (GBA); bewerking OBI.
Peildatum 1-1-2015.
% paar zonder kind
Definitie:
huishouden bestaande uit twee volwassen personen, die gezamenlijk een huishouding voeren (gehuwd of samenwonenden), zonder kinderen.
Bron 2016: Gemeentelijke Basisadministratie (GBA); bewerking OBI.
Peildatum 1-1-2015.
% paar met kind(eren)
Definitie:
huishouden bestaande uit twee personen en een of meer kinderen, die gezamenlijk een huishouding voeren.
Bron 2016: Gemeentelijke Basisadministratie (GBA); bewerking OBI.
Peildatum 1-1-2015.
% eenouder huishoudens
Definitie:
huishouden bestaande uit een ouder en een of meer kinderen.
Bron 2016: Gemeentelijke Basisadministratie (GBA); bewerking OBI.
Peildatum 1-1-2015.
% overig
Definitie:
overige huishoudens.
Bron 2016: Gemeentelijke Basisadministratie (GBA); bewerking OBI.
Peildatum 1-1-2015.
Huishoudinkomen (gestandaardiseerd)
% huishoudinkomen laag
Definitie:
gestandaardiseerd huishoudinkomen is het besteedbaar inkomen, gecorrigeerd voor verschillen in grootte en samenstelling van het huishouden, zodat een vergelijkbaar welvaartsniveau wordt weergegeven, ongeacht grootte en samenstelling van het huishouden. Zo worden inkomensniveaus van bijvoorbeeld alleenstaanden en gezinnen beter vergelijkbaar. Aan de hand van de landelijke verdeling van huishoudensinkomens worden lage, midden en hoge inkomensgroepen afgebakend. Daarbij wordt de onderste 40 van de landelijke inkomensverdeling als de groep ‘lage inkomens’ beschouwd.
Bron 2016: Regionaal Inkomensonderzoek (RIO;CBS); bewerking OBI.
Peildatum 1-1-2014. Inkomens over belastingjaar 2013.
% huishoudinkomen midden
Definitie:
gestandaardiseerd huishoudinkomen is het besteedbaar inkomen, gecorrigeerd voor verschillen in grootte en samenstelling van het huishouden, zodat een vergelijkbaar welvaartsniveau wordt weergegeven, ongeacht grootte en samenstelling van het huishouden. Zo worden inkomensniveaus van bijvoorbeeld alleenstaanden en gezinnen beter vergelijkbaar. Aan de hand van de landelijke verdeling van huishoudensinkomens worden lage, midden en hoge inkomensgroepen afgebakend. Daarbij wordt de middelste 40 van de landelijke inkomensverdeling als de groep ‘middeninkomens’ beschouwd.
Bron 2016: Regionaal Inkomensonderzoek (RIO;CBS); bewerking OBI.
Peildatum 1-1-2014. Inkomens over belastingjaar 2013.
% huishoudinkomen hoog
Definitie:
gestandaardiseerd huishoudinkomen is het besteedbaar inkomen, gecorrigeerd voor verschillen in grootte en samenstelling van het huishouden, zodat een vergelijkbaar welvaartsniveau wordt weergegeven, ongeacht grootte en samenstelling van het huishouden. Zo worden inkomensniveaus van bijvoorbeeld alleenstaanden en gezinnen beter vergelijkbaar. Aan de hand van de landelijke verdeling van huishoudensinkomens worden lage, midden en hoge inkomensgroepen afgebakend. Daarbij wordt de hoogste 20 van de landelijke inkomensverdeling als de groep ‘hoge inkomens’ beschouwd.
Bron 2016: Regionaal Inkomensonderzoek (RIO;CBS); bewerking OBI.
Peildatum 1-1-2014. Inkomens over belastingjaar 2013.
Studenten
% studenten
Definitie:
personen met een inkomen uit studiefinanciering ten opzichte van alle inwoners in de wijk.
Bron 2016: Regionaal Inkomensonderzoek (CBS-SSB); bewerking OBI.
Peildatum 1-1-2012. Inkomens over belastingjaar 2011.
Bouwperiode woningen
% bouwjaar tot 1945
Definitie:
woningen met een bouwjaar in de periode tot 1945.
Bron 2016: Woningen-Bevolking Onderzoeksbestand (OBI).
Peildatum 1-1-2015.
% bouwjaar 1945-1968
Definitie:
woningen met een bouwjaar in de periode 1945 tot en met 1968. In dit jaar werden de eerste woningen opgeleverd waarvoor nieuwe bouwvoorschriften van kracht waren (Voorschriften en Wenken 1965).
Bron 2016: Woningen-Bevolking Onderzoeksbestand (OBI).
Peildatum 1-1-2015.
% bouwjaar 1969-1979
Definitie:
woningen met een bouwjaar in de periode 1969 tot en met 1979.
Bron 2016: Woningen-Bevolking Onderzoeksbestand (OBI).
Peildatum 1-1-2015.
% bouwjaar 1980-1999
Definitie:
woningen met een bouwjaar in de periode 1980 tot en met 1999.
Bron 2016: Woningen-Bevolking Onderzoeksbestand (OBI).
Peildatum 1-1-2015.
% bouwjaar vanaf 2000
Definitie:
woningen met een bouwjaar in de periode vanaf 2000.
Bron 2016: Woningen-Bevolking Onderzoeksbestand (OBI).
Peildatum 1-1-2015.
Eigendom
% sociale huur
Definitie:
sociale huurwoningen zijn woningen in eigendom van toegelaten instellingen, die op grond van de Woningwet subsidie konden krijgen voor de bouw van woningen. Toegelaten instellingen staan beter bekend als woningcorporaties.
Bron 2016: Woningen-Bevolking Onderzoeksbestand (OBI).
Peildatum 1-1-2015.
% particuliere huur
Definitie:
particuliere huurwoningen zijn woningen in eigendom van commerciele instellingen, zoals pensioenfondsen en beleggingsmaatschappijen, maar ook particuliere rechtspersonen die deze woningen niet zelf bewonen, maar verhuren aan anderen.
Bron 2016: Woningen-Bevolking Onderzoeksbestand (OBI).
Peildatum 1-1-2015.
% koopwoning
Definitie:
koopwoningen zijn woningen in eigendom van particulieren ten behoeve van bewoning door henzelf, ook wel bekend als ‘eigenaar-bewoners’.
Bron 2016: Woningen-Bevolking Onderzoeksbestand (OBI).
Peildatum 1-1-2015.
Woningtype
% eengezinswoning
Definitie:
woning met tenminste één door de toegangsdeur ontsloten vertrek op de begane grond of beletage, beide zonder opbouw van andere objecten.
Bron 2016: Woningen-Bevolking Onderzoeksbestand (OBI).
Peildatum 1-1-2015.
% meergezins met lift
Definitie:
woning die tesamen met andere woningen gelegen is in een bouwkundige eenheid en waarvan de toegangsdeur bereikbaar is via een gemeenschappelijke lift.
Bron 2016: Woningen-Bevolking Onderzoeksbestand (OBI).
Peildatum 1-1-2015.
% meergezins zonder lift
Definitie:
woning die tesamen met andere woningen gelegen is in een bouwkundige eenheid zonder ontsluiting door middel van een lift.
Bron 2016: Woningen-Bevolking Onderzoeksbestand (OBI).
Peildatum 1-1-2015.
WOZ-waarde
% WOZ-waarde laag - tot 86.000 euro
Definitie:
woningen met een WOZ-waarde (waardepeildatum 1-1-2014) in de laagste 20 van de totale Rotterdamse voorraad. Het hierbij horende grensbedrag = 86.000 euro.
Bron 2016: Woningen-Bevolking Onderzoeksbestand (OBI).
Peildatum 1-1-2015.
% WOZ-waarde midden - van 86.000 tot 188.000 euro
Definitie:
woningen met een WOZ-waarde (waardepeildatum 1-1-2014) in de middelste 60 van de totale Rotterdamse voorraad. De hierbij horende ondergrens is 86.000 euro en bovengrens is 180.000 euro.
Bron 2016: Woningen-Bevolking Onderzoeksbestand (OBI).
Peildatum 1-1-2015.
% WOZ-waarde hoog - vanaf 188.000 euro
Definitie:
woningen met een WOZ-waarde (waardepeildatum 1-1-2014) in de hoogste 20 van de totale Rotterdamse voorraad. Het hierbij horende grensbedrag = 180.000 euro.
Bron 2016: Woningen-Bevolking Onderzoeksbestand (OBI).
Peildatum 1-1-2015.
Balans inwoners/werkenden
Balans inwoners-werkenden
Definitie:
percentage personen die in de wijk werken (werkenden) ten opzichte van het totaal van werkenden en inwoners in de wijk.
Bron 2016: GBA (inwoners) en BRZ (werkenden); bewerking OBI.
Peildatum 1-1-2015.
Bebouwing
% m2 objecten met woonfunctie
Definitie:
percentage van de totale oppervlakte (in vierkante meters) van gebouwde objecten in de wijk dat bestemd is voor de functie wonen.
Bron: Kadaster – Basisregistraties Adressen en Gebouwen (BAG).
Peildatum 1-1-2013.
% m2 objecten met niet-woonfunctie
Definitie:
percentage van de totale oppervlakte (in vierkante meters) van gebouwde objecten in de wijk dat bestemd is voor andere functies dan wonen. Dat betreft bijvoorbeeld kantoorfunctie, industriefunctie, onderwijsfunctie, bijeenkomstfunctie, gezondheidszorgfunctie e.d.
Bron: Kadaster – Basisregistraties Adressen en Gebouwen (BAG).
Peildatum 1-1-2013.