Stadsdriehoek

Vergelijk 2016 met 2014

De Stadsdriehoek ligt in het stadshart van Rotterdam. Samen met wijk Cool deelt Stadsdriehoek het winkelcentrum, waarin de Beurstraverse (of ‘koopgoot’) een prominente rol speelt. Het winkelcentrum kent een groot aanbod aan diverse winkels waar zeven dagen per week bezoekers terecht kunnen.

Het moderne centrum van Rotterdam is gebouwd op de kale vlakte die achterbleef na het verwoestende bombardement op de historische binnenstad in mei 1940. Ruim een kwart van de huidige woningvoorraad in Stadsdriehoek dateert van de wederopbouwperiode. Er is het afgelopen decennium ook veel nieuwbouw gerealiseerd. Inmiddels is ruim 30 procent van de woningen in de Stadsdriehoek van na 2000. Enkele delen van Stadsdriehoek hebben een metamorfose ondergaan, zoals de herinrichting van het Grotekerkplein en de Binnenrotte. Met de Markthal op de Binnenrotte heeft Rotterdam er een iconisch gebouw bij gekregen.

Stadsdriehoek: De Meent en de Pannekoekstraat

De Meent en de Pannekoekstraat in Stadsdriehoek zijn straten met allerlei verschillende soorten winkels, cafés en restaurantjes. Zowel het winkelaanbod, als de horeca en de markt op de Binnenrotte bieden veel werkgelegenheid en hebben aantrekkingskracht op mensen uit de hele stad en randgemeenten.

De Oude Haven in Stadsdriehoek

De Oude Haven is een unieke plek in het centrum door haar ligging en haar mix aan horecagelegenheden en woningen. De Oude Haven heeft als eerste uitgaansgebied in Nederland het Keurmerk Veilig Uitgaan (KVU) gekregen.

Bewoners

Stadsdriehoek telt ruim 19.000 inwoners, voornamelijk alleenstaanden en paren zonder kinderen. Er wonen ook relatief veel studenten. Verder werken er ongeveer 31.000 mensen in de Stadsdriehoek.

  • definitieaantal inwoners
    2015
    14.447
    2013
    13.535
  • definitieaantal huishoudens
    2015
    9.472
    2013
    9.100
  • definitieaantal woningen
    2015
    8.434
    2013
    8.284
  • definitieaantal arbeidsplaatsen
    2015
    27.629
    2013
    26.732

Aantal inwoners

Definitie:
aantal inwoners dat staat ingeschreven in het bevolkingsregister van de Gemeente Rotterdam.

Bron: Basisregistratie Personen (BRP); bewerking OBI.
Peildata 1-1-2015 en 1-1-2013.

Aantal huishoudens

Definitie:
een huishouden bestaat uit een of meer personen die een woonruimte bewonen en zelf in hun dagelijks onderhoud voorzien, dus exclusief huishoudens wonend in een instelling (institutionele huishoudens).

Bron: Basisregistratie Personen (BRP); bewerking OBI.
Peildata 1-1-2015 en 1-1-2013.

Aantal woningen

Definitie:
aantal verblijfsobjecten met tenminste een woonfunctie en eventueel een of meer andere gebruiksfuncties (bijvoorbeeld winkel of kantoor). Weergegeven is het aantal zelfstandige woningen, dus uitgezonderd wooneenheden met gemeenschappelijke voorzieningen, zoals studentenunits of zorgunits.

Woningen-Bevolking Onderzoeksbestand (OBI).
Peildata 1-1-2015 en 1-1-2013.

Aantal arbeidsplaatsen

Definitie:
werkzame personen zijn alle personen die betaald werk verrichten, ongeacht het aantal uren dat men werkt. Het hier getoonde betreft het aantal personen dat werkzaam is in het getoonde gebied, ongeacht hun woonplaats; men kan dus buiten het getoonde gebied wonen.

Bron: Bedrijvenregister Zuid-Holland; bewerking OBI.
Peildata 1-1-2015 en 1-1-2013.

Aantal inwoners

Definitie:
aantal inwoners.

Bron: GBA; bewerking OBI. Peildatum 1-1-2013.

Aantal huishoudens

Definitie: aantal huishoudens

Aantal woningen

Definitie: aantal woningen

Aantal werkzame personen

Definitie:
aantal werkzame personen

Alle contextindicatoren

Leeftijdsklasse

definitie

% personen tot 15 jaar

Definitie:
aantal inwoners in de leeftijdsklasse 0 tot 15 jaar.

Bron 2016: Gemeentelijke Basisadministratie (GBA); bewerking OBI.
Peildatum 1-1-2015.


definitie

% personen van 15 tot 65 jaar

Definitie:
aantal inwoners in de leeftijdsklasse 15 tot 65 jaar.

Bron 2016: Gemeentelijke Basisadministratie (GBA); bewerking OBI.
Peildatum 1-1-2015.


definitie

% personen van 65 jaar en ouder

Definitie:
aantal inwoners in de leeftijdsklasse 65 jaar en ouder.

Bron 2016: Gemeentelijke Basisadministratie (GBA); bewerking OBI.
Peildatum 1-1-2015.


Herkomst

definitie

% personen geen migratieachtergrond

Definitie:
autochtonen zijn personen van wie geen van de ouders buiten Nederland geboren is, ongeacht het eigen geboorteland (definitie CBS).

Bron 2016: Gemeentelijke Basisadministratie (GBA); bewerking OBI.
Peildatum 1-1-2015.


definitie

% personen met westerse migratieachtergrond

Definitie:
allochtonen zijn personen van wie tenminste een van de ouders buiten Nederland geboren is, ongeacht het eigen geboorteland (defintie CBS). Tot de westerse allochtonen worden personen gerekend met als herkomstgroepering een van de landen in de werelddelen Europa (excl. Turkije), Noord-Amerika en Oceanië of Indonesië of Japan.

Bron 2016: Gemeentelijke Basisadministratie (GBA); bewerking OBI.
Peildatum 1-1-2015.


definitie

% personen niet-westerse migratieachtergrond

Definitie:
allochtonen zijn personen van wie tenminste een van de ouders buiten Nederland geboren is, ongeacht het eigen geboorteland (defintie CBS). Tot de niet-westerse allochtonen worden personen gerekend met als herkomstgroepering een van de landen in de werelddelen Afrika, Latijns-Amerika en Azië (exclusief Indonesië en Japan) of Turkije.

Bron 2016: Gemeentelijke Basisadministratie (GBA); bewerking OBI.
Peildatum 1-1-2015.


Huishoudenstype

definitie

% eenpersoons huishoudens

Definitie:
huishouden bestaande uit een persoon.

Bron 2016: Gemeentelijke Basisadministratie (GBA); bewerking OBI.
Peildatum 1-1-2015.


definitie

% paar zonder kind

Definitie:
huishouden bestaande uit twee volwassen personen, die gezamenlijk een huishouding voeren (gehuwd of samenwonenden), zonder kinderen.

Bron 2016: Gemeentelijke Basisadministratie (GBA); bewerking OBI.
Peildatum 1-1-2015.


definitie

% paar met kind(eren)

Definitie:
huishouden bestaande uit twee personen en een of meer kinderen, die gezamenlijk een huishouding voeren.

Bron 2016: Gemeentelijke Basisadministratie (GBA); bewerking OBI.
Peildatum 1-1-2015.


definitie

% eenouder huishoudens

Definitie:
huishouden bestaande uit een ouder en een of meer kinderen.

Bron 2016: Gemeentelijke Basisadministratie (GBA); bewerking OBI.
Peildatum 1-1-2015.


definitie

% overig

Definitie:
overige huishoudens.

Bron 2016: Gemeentelijke Basisadministratie (GBA); bewerking OBI.
Peildatum 1-1-2015.


Huishoudinkomen (gestandaardiseerd)

definitie

% huishoudinkomen laag

Definitie:
gestandaardiseerd huishoudinkomen is het besteedbaar inkomen, gecorrigeerd voor verschillen in grootte en samenstelling van het huishouden, zodat een vergelijkbaar welvaartsniveau wordt weergegeven, ongeacht grootte en samenstelling van het huishouden. Zo worden inkomensniveaus van bijvoorbeeld alleenstaanden en gezinnen beter vergelijkbaar. Aan de hand van de landelijke verdeling van huishoudensinkomens worden lage, midden en hoge inkomensgroepen afgebakend. Daarbij wordt de onderste 40 van de landelijke inkomensverdeling als de groep ‘lage inkomens’ beschouwd.

Bron 2016: Regionaal Inkomensonderzoek (RIO;CBS); bewerking OBI.
Peildatum 1-1-2014. Inkomens over belastingjaar 2013.


definitie

% huishoudinkomen midden

Definitie:
gestandaardiseerd huishoudinkomen is het besteedbaar inkomen, gecorrigeerd voor verschillen in grootte en samenstelling van het huishouden, zodat een vergelijkbaar welvaartsniveau wordt weergegeven, ongeacht grootte en samenstelling van het huishouden. Zo worden inkomensniveaus van bijvoorbeeld alleenstaanden en gezinnen beter vergelijkbaar. Aan de hand van de landelijke verdeling van huishoudensinkomens worden lage, midden en hoge inkomensgroepen afgebakend. Daarbij wordt de middelste 40 van de landelijke inkomensverdeling als de groep ‘middeninkomens’ beschouwd.

Bron 2016: Regionaal Inkomensonderzoek (RIO;CBS); bewerking OBI.
Peildatum 1-1-2014. Inkomens over belastingjaar 2013.


definitie

% huishoudinkomen hoog

Definitie:
gestandaardiseerd huishoudinkomen is het besteedbaar inkomen, gecorrigeerd voor verschillen in grootte en samenstelling van het huishouden, zodat een vergelijkbaar welvaartsniveau wordt weergegeven, ongeacht grootte en samenstelling van het huishouden. Zo worden inkomensniveaus van bijvoorbeeld alleenstaanden en gezinnen beter vergelijkbaar. Aan de hand van de landelijke verdeling van huishoudensinkomens worden lage, midden en hoge inkomensgroepen afgebakend. Daarbij wordt de hoogste 20 van de landelijke inkomensverdeling als de groep ‘hoge inkomens’ beschouwd.

Bron 2016: Regionaal Inkomensonderzoek (RIO;CBS); bewerking OBI.
Peildatum 1-1-2014. Inkomens over belastingjaar 2013.


Studenten

definitie

% studenten

Definitie:
personen met een inkomen uit studiefinanciering ten opzichte van alle inwoners in de wijk.

Bron 2016: Regionaal Inkomensonderzoek (CBS-SSB); bewerking OBI.
Peildatum 1-1-2012. Inkomens over belastingjaar 2011.


Bouwperiode woningen

definitie

% bouwjaar tot 1945

Definitie:
woningen met een bouwjaar in de periode tot 1945.

Bron 2016: Woningen-Bevolking Onderzoeksbestand (OBI).
Peildatum 1-1-2015.


definitie

% bouwjaar 1945-1968

Definitie:
woningen met een bouwjaar in de periode 1945 tot en met 1968. In dit jaar werden de eerste woningen opgeleverd waarvoor nieuwe bouwvoorschriften van kracht waren (Voorschriften en Wenken 1965).

Bron 2016: Woningen-Bevolking Onderzoeksbestand (OBI).
Peildatum 1-1-2015.


definitie

% bouwjaar 1969-1979

Definitie:
woningen met een bouwjaar in de periode 1969 tot en met 1979.

Bron 2016: Woningen-Bevolking Onderzoeksbestand (OBI).
Peildatum 1-1-2015.


definitie

% bouwjaar 1980-1999

Definitie:
woningen met een bouwjaar in de periode 1980 tot en met 1999.

Bron 2016: Woningen-Bevolking Onderzoeksbestand (OBI).
Peildatum 1-1-2015.


definitie

% bouwjaar vanaf 2000

Definitie:
woningen met een bouwjaar in de periode vanaf 2000.

Bron 2016: Woningen-Bevolking Onderzoeksbestand (OBI).
Peildatum 1-1-2015.


Eigendom

definitie

% sociale huur

Definitie:
sociale huurwoningen zijn woningen in eigendom van toegelaten instellingen, die op grond van de Woningwet subsidie konden krijgen voor de bouw van woningen. Toegelaten instellingen staan beter bekend als woningcorporaties.

Bron 2016: Woningen-Bevolking Onderzoeksbestand (OBI).
Peildatum 1-1-2015.


definitie

% particuliere huur

Definitie:
particuliere huurwoningen zijn woningen in eigendom van commerciele instellingen, zoals pensioenfondsen en beleggingsmaatschappijen, maar ook particuliere rechtspersonen die deze woningen niet zelf bewonen, maar verhuren aan anderen.

Bron 2016: Woningen-Bevolking Onderzoeksbestand (OBI).
Peildatum 1-1-2015.


definitie

% koopwoning

Definitie:
koopwoningen zijn woningen in eigendom van particulieren ten behoeve van bewoning door henzelf, ook wel bekend als ‘eigenaar-bewoners’.

Bron 2016: Woningen-Bevolking Onderzoeksbestand (OBI).
Peildatum 1-1-2015.


Woningtype

definitie

% eengezinswoning

Definitie:
woning met tenminste één door de toegangsdeur ontsloten vertrek op de begane grond of beletage, beide zonder opbouw van andere objecten.

Bron 2016: Woningen-Bevolking Onderzoeksbestand (OBI).
Peildatum 1-1-2015.


definitie

% meergezins met lift

Definitie:
woning die tesamen met andere woningen gelegen is in een bouwkundige eenheid en waarvan de toegangsdeur bereikbaar is via een gemeenschappelijke lift.

Bron 2016: Woningen-Bevolking Onderzoeksbestand (OBI).
Peildatum 1-1-2015.


definitie

% meergezins zonder lift

Definitie:
woning die tesamen met andere woningen gelegen is in een bouwkundige eenheid zonder ontsluiting door middel van een lift.

Bron 2016: Woningen-Bevolking Onderzoeksbestand (OBI).
Peildatum 1-1-2015.


WOZ-waarde

definitie

% WOZ-waarde laag - tot 86.000 euro

Definitie:
woningen met een WOZ-waarde (waardepeildatum 1-1-2014) in de laagste 20 van de totale Rotterdamse voorraad. Het hierbij horende grensbedrag = 86.000 euro.

Bron 2016: Woningen-Bevolking Onderzoeksbestand (OBI).
Peildatum 1-1-2015.


definitie

% WOZ-waarde midden - van 86.000 tot 188.000 euro

Definitie:
woningen met een WOZ-waarde (waardepeildatum 1-1-2014) in de middelste 60 van de totale Rotterdamse voorraad. De hierbij horende ondergrens is 86.000 euro en bovengrens is 180.000 euro.

Bron 2016: Woningen-Bevolking Onderzoeksbestand (OBI).
Peildatum 1-1-2015.


definitie

% WOZ-waarde hoog - vanaf 188.000 euro

Definitie:
woningen met een WOZ-waarde (waardepeildatum 1-1-2014) in de hoogste 20 van de totale Rotterdamse voorraad. Het hierbij horende grensbedrag = 180.000 euro.

Bron 2016: Woningen-Bevolking Onderzoeksbestand (OBI).
Peildatum 1-1-2015.


Balans inwoners/werkenden

definitie

Balans inwoners-werkenden

Definitie:
percentage personen die in de wijk werken (werkenden) ten opzichte van het totaal van werkenden en inwoners in de wijk.

Bron 2016: GBA (inwoners) en BRZ (werkenden); bewerking OBI.
Peildatum 1-1-2015.


Bebouwing

definitie

% m2 objecten met woonfunctie

Definitie:
percentage van de totale oppervlakte (in vierkante meters) van gebouwde objecten in de wijk dat bestemd is voor de functie wonen.

Bron: Kadaster – Basisregistraties Adressen en Gebouwen (BAG).
Peildatum 1-1-2013.


definitie

% m2 objecten met niet-woonfunctie

Definitie:
percentage van de totale oppervlakte (in vierkante meters) van gebouwde objecten in de wijk dat bestemd is voor andere functies dan wonen. Dat betreft bijvoorbeeld kantoorfunctie, industriefunctie, onderwijsfunctie, bijeenkomstfunctie, gezondheidszorgfunctie e.d.

Bron: Kadaster – Basisregistraties Adressen en Gebouwen (BAG).
Peildatum 1-1-2013.