Uitgebreide informatie over het Wijkprofiel

Antwoorden op uw vragen kunt u mogelijk al vinden op de pagina vragen. Voor alle overige vragen of meer informatie kunt u gebruik maken van het formulier op de contactpagina. U kunt ook contact met ons opnemen via het formulier op de contactpagina of door een mail te sturen aan wijkprofiel@rotterdam.nl.

Van de belangrijkste resultaten uit het Wijkprofiel is een overzichtelijke publicatie gemaakt. U kunt deze openen en downloaden via deze link: Publicatie Wijkprofiel (opent in een nieuw venster).


Het hoefijzer

Op deze website vindt u de resultaten van het Wijkprofiel 2014 – 2016 – 2018 – 2020 – 2022 – 2024. In het ‘hoefijzer’ staan de scores op drie domeinen: fysiek, veiligheid en sociaal. Deze drie domeinen zijn opgebouwd uit een aantal objectieve en subjectieve thema’s, bijvoorbeeld milieu (fysiek), inbraak (veiligheid) en zelfredzaamheid (sociaal).

Het ‘hoefijzer’ toont hoe het spectrum van een wijk op die drie domeinen er uit ziet: wat zijn de (relatief) sterke punten van een wijk (groen/ een indexscore hoger dan 110), wat de (relatief) zwakke punten (geel/ een indexscore lager dan 90)? Door op een onderdeel van de kaart Rotterdam te klikken wordt het profiel van een gebied getoond. De website toont de scores van de meting 2024. Onder het kopje met de wijknaam staat ‘vergelijk met 2022, 2020, 2018, 2016 of 2014’. Door op een van de jaartallen te klikken worden de metingen van 2 jaar naast elkaar getoond. Vervolgens klikt u in het ‘hoefijzer’ op een thema, u opent daarmee een nieuw scherm met de individuele scores.

De cijfers van het hoefijzer zijn ook beschikbaar als tabel: klik op ‘bekijk als tabel’ om de cijfers niet in het hoefijzer, maar in een tabel weer te geven.

Via de informatieknop bij het hoefijzer krijgt u hulp bij de inhoud van het hoefijzer.

Het Wijkprofiel bevat informatie over de volgende domeinen en thema’s:

Fysiek
(FI)

  • Woonbeleving
  • Wonen
  • Openbare ruimte
  • Voorzieningen
  • Milieu

Veiligheid
(VI)

  • Veiligheidsbeleving
  • Diefstal
  • Geweld
  • Inbraak
  • Vandalisme
  • Overlast

Sociaal
(SI)

  • Beleving kwaliteit van leven
  • Zelfredzaamheid
  • Samenredzaamheid
  • Participatie
  • Binding


Pacman

De ‘pacman’ figuur toont schematisch hoe een wijk er voor staat op de domeinen:

  • fysiek (bijvoorbeeld leegstand van panden, openbare ruimte, woonbeleving)
  • veiligheid (bijvoorbeeld criminaliteit, overlast) en
  • sociaal (bijvoorbeeld opleiding, werk en inkomen, omgang met buurtbewoners).

Elk domein is weergegeven in een part van de cirkel. Er zijn 3 parten: er is een part voor de fysieke index, een part voor de veiligheidsindex en een part voor de sociale index.

Alle cijfers van alle wijken samen zijn het gemiddelde van Rotterdam. De kleuren en waarden per wijk geven aan of de score onder of boven het gemiddelde is van Rotterdam in 2014.

De kleur en waarde van het part wordt bepaald door een berekening te maken van het gemiddelde van alle thema’s die bij dit domein horen. De kleur en waarde geven inzicht hoe het zich verhoudt tot het gemiddelde van Rotterdam: een groen part en een waarde boven 130 scoort veel gunstiger dan het gemiddelde van Rotterdam, een grijs part en een waarde tussen 90 en 109 scoort rond het gemiddelde van Rotterdam en een geel part en een waarde kleiner dan 69 betekent een score die veel ongunstiger is dan het gemiddelde van Rotterdam.

In het ‘hoefijzer’ en de ‘pacman’ ziet u een aantal kleuren groen, grijs en geel en waardes. U kunt de betekenis van deze kleuren en waardes opvragen via de legenda die opvraagbaar is via het menu ‘toon legenda’.

U kunt de legenda in uw scherm verplaatsen door deze met uw muis te selecteren, uw muisknop ingedrukt te houden en het kader te verschuiven. Door de muisknop los te laten plaatst u het kader op het scherm waar u dat handig vindt. U kunt de legenda weer verbergen door in het menu te kiezen voor ‘verberg legenda’ of met uw muis op de sluitknop te klikken.


Uitleg

Op de startpagina staat een kaart van Rotterdam. In de kaart zijn de gebieden ingetekend. In elk gebied staat een ‘pacman’; dat is de kern van het Wijkprofiel. Deze ‘pacman’ bevat de samenvattende indexscore voor de domeinen fysiek, veiligheid en sociaal.

De kleur en de waardes in de pacman geven aan hoe de score is in vergelijking met de nulmeting in 2014: onder (geel en een waarde tot 90), rond (grijs en een waarde tussen 90 en 109) of boven (groen en een waarde boven 110) het gemiddelde van Rotterdam.

Onder de kaart zijn de indexscores voor Rotterdam en de 14 gebieden weergegeven. De indexscores staan in de pacman.


U roept een vervolgscherm van een gebied op door in de kaart op een gebied te klikken of via de ‘pacmans’ bij het kopje ‘Rotterdam en 14 gebieden’ op een pacman te klikken. U vindt daar het uitgebreide wijkprofiel van dat gebied.

Op het vervolgscherm worden ook de ‘pacmans’ van de wijken in het gekozen gebied getoond. U kunt nu een wijk kiezen door op de pacman te klikken. U opent dan het uitgebreide wijkprofiel van de wijk.

Op een gebiedspagina kunt u de scores van de wijken van het gebied ophalen door op de wijknaam te klikken of op de pacman. Wilt u de cijfers van het gebied raadplegen? Via de link ‘cijfers vindt u hier’ gaat u naar een aparte pagina met een beschrijving van de wijk en enkele zogenaamde contextindicatoren. Dit zijn gegevens over de structuur van de wijk, zoals de bevolkingsopbouw en de samenstelling van de woningvoorraad.

Deze korte wijkbeschrijving aangevuld met een set contextindicatoren over de wijken geeft extra achtergrondinformatie om scores uit het wijkprofiel in een context te plaatsen. Toevoeging van een wijktypologie maakt het voor gebruikers mogelijk om wijkscores te vergelijken met ‘vergelijkbare wijken’. De contextindicatoren zijn ook als Excel bestand opvraagbaar via de knop dataset aanvragen in de menubalk.


Door te klikken op het symbool krijgt u meer inhoudelijke informatie over het ‘hoefijzer’: door te klikken op de vakjes in het hoefijzer verschijnt een tekst die u informeert over de inhoud van dat vakje / thema. Via het kruisje (sluit dit thema) sluit u het venster en komt u terug in de pagina waar u was.

In het ‘hoefijzer’ kunt u een vakje (thema) selecteren. In het scherm worden de indicatoren getoond, die het thema invullen. De waardes die in de grafieken worden getoond zijn de daadwerkelijke scores: het betreft dan percentages of aantallen per duizend. De waardes worden vergeleken met het gemiddelde van Rotterdam. U ziet hier ook een vergelijking met de voorgaande metingen, zodat de ontwikkeling goed af te lezen is.

De kleur en de waarde van het staafje van de wijk geeft aan in hoeverre de score zich gunstiger of ongunstiger heeft ontwikkeld ten opzichte van het gemiddelde van Rotterdam ten tijde van de nulmeting in 2014. Het getal achter het staafje in de grafiek is de daadwerkelijke waarde van dit item. Als u voor ‘bekijk als tabel’ heeft gekozen is achter de score in tekst weergegeven of dit (veel) gunstiger, ongeveer gelijk of (veel) ongunstiger is ten opzichte van 2014. Zo kunt u begrijpen welke bijdrage de indicator levert aan de samengestelde indexscore van het thema.


Door op deze pagina te kiezen voor de optie Vergelijkbare wijken opent u een grafiek met de indicatorscore voor de wijken die veel overeenkomsten vertonen met de gekozen wijk. De omschrijving van de categorie waartoe deze wijk behoort vindt u via de informatieknop.

U kunt ook kiezen voor ‘Alle wijken’. U opent dan een grafiek met de score van alle wijken en gebieden.

De kleur van het staafje in de grafiek en de waarde die getoond wordt als u met de muis over een balkje heen beweegt, geven aan in hoeverre de score afwijkt van het gemiddelde in Rotterdam in de meting van 2014.


U kunt kiezen voor ‘vergelijk met 2022, 2020, 2018, 2016 of 2014’. U komt dan in een nieuw scherm. Hier staan 2 hoefijzers: 1 hoefijzer met de waarden van 2024 en 1 hoefijzer met de waarden van het jaar dat u heeft gekozen om mee te vergelijken. Door met uw muis, vinger of tabtoets over het hoefijzer te gaan worden de verschillen getoond. De staafdiagram toont de verandering tussen de 2 gekozen jaren van de fysieke index, de veiligheidsindex en de sociale index.

Als u verder naar beneden scrollt worden de verschillen in de waarden uit de fysieke index, de veiligheidsindex en de sociale index weergegeven. De staafdiagram toont of een waarde is gestegen of gedaald en geeft het verschil weer. Als u met uw muis of tabtoets over de vakjes van het hoefijzer navigeert worden de bijbehorende verschillen in de staafdiagram getoond. Als u heeft gekozen voor ‘bekijk als tabel’ worden er geen staafdiagrammen getoond, maar tabellen met de waardes.


Als er bij een onderwerp op de site een symbool staat, kunt u hier meer informatie en / of een uitleg over het onderwerp vinden. U vindt hier bijvoorbeeld een uitleg over de thema’s, de definities die bij een grafiek horen of een bronvermelding over de herkomst van de cijfers.

U kunt de meeste afbeeldingen en grafieken downloaden. U klikt op het ‘download’ icoon; de browser die u gebruikt vraagt of u de illustratie wilt opslaan of wilt openen. De plaatjes worden opgeslagen als .png en zijn daarna te openen of te importeren in de meeste programma’s. U kunt deze afbeeldingen met bronvermelding (cijfers: gemeente Rotterdam; OBI, Wijkprofiel (jaartal)) vrij gebruiken.


Objectief en subjectief

Binnen de thema’s maken we onderscheid in een objectieve en een subjectieve score. De objectieve score gaat over feiten en cijfers, de subjectieve score gaat over meningen.

De objectieve score is opgebouwd uit indicatoren die afkomstig zijn uit diverse registraties of uit enquêtevragen. Rotterdammers is in dat geval gevraagd naar feiten (zoals het behaalde opleidingsniveau) of gedrag (zoals deelname aan maatschappelijke activiteiten). De subjectieve score bestaat uit indicatoren afkomstig uit enquêtevragen, waarbij is gevraagd naar meningen (zoals het hebben van vertrouwen in de overheid) en waarderingen (zoals tevredenheid over de woonsituatie).

Nulmeting en indexscores

De scores over de thema’s worden weergegeven als indexscore, waarbij het gemiddelde van Rotterdam in de nulmeting (2014) op 100 is vastgesteld. Alle scores in de gebieden en de wijken worden berekend en vergeleken met dit stadsgemiddelde. De score van Rotterdam als stad wordt ook vergeleken met de waarde in de nulmeting (2014). Ook op stadsniveau zijn dan ontwikkelingen zichtbaar.

Wijken die speciale aandacht behoeven worden zichtbaar door een score onder de 100 (geel). Relatief sterke kanten van wijken komen naar voren door een score boven de 100 (groen). Het stadsbestuur kan op basis van deze gegevens wijken benoemen, waar bepaalde extra stedelijke inzet gewenst is. Bovendien biedt het Wijkprofiel aanknopingspunten voor overleg met bewoners en samenwerkingspartners. Het geeft input voor het maken van gebiedsplannen en Wijkakkoorden. Via deze website hebben alle partijen toegang tot de uitkomsten.

Vervolgmetingen

In de vervolgmetingen worden de ontwikkelingen in de tijd inzichtelijk door het veranderen van scores. Een hogere score staat voor vooruitgang. Het Wijkprofiel zal op twee momenten (begin / einde en in het midden) in een bestuursperiode worden gepubliceerd. Mede op basis van deze informatie kan beleid worden bijgesteld of geïntensiveerd.


Achtergrond methodiek

Het Wijkprofiel kent twee Rotterdamse voorgangers: de Veiligheidsindex en de Sociale Index. Deze indexen zijn opgegaan in het Wijkprofiel en verschijnen niet meer afzonderlijk. De indicatoren uit beide indexen zijn grotendeels overgenomen. Ook zijn er nieuwe indicatoren toegevoegd.

De berekening van de indexscores vindt stapsgewijs plaats vanuit de indicatoren. Als voorbeeld hiernaast kunt u lezen hoe we komen tot de indexscore Fysiek.

De enquêtes

Voor het Wijkprofiel zijn twee grootschalige enquêtes uitgevoerd. Daarvoor zijn twee steekproeven getrokken uit de gemeentelijke Basisregistratie Personen (BRP). In de loop van 2023 hebben 30.000 Rotterdammers meegedaan aan het onderzoek. De ene helft heeft vragen beantwoord over sociale en fysieke onderwerpen en de andere helft over zaken die betrekking hebben op de veiligheid. De personen uit de steekproef konden aan het onderzoek meedoen via internet, het insturen van een schriftelijke vragenlijst of een telefonisch interview. De periode waarin is geënquêteerd liep van medio maart tot eind oktober 2023, met een onderbreking in de zomervakantie. Door het onderzoek over een lange periode te spreiden is de gevoeligheid voor incidenten minder groot.

Op enkele uitzonderingen na zijn per wijk 175 tot 300 inwoners (vanaf 15 jaar) daadwerkelijk ondervraagd. Met deze respons kan op wijkniveau een betrouwbaar beeld worden gegeven van de resultaten. Wel moet men rekening houden met betrouwbaarheidsmarges, zoals gangbaar bij steekproefonderzoek. In enkele kleine wijken (o.a. Wielewaal, CS-kwartier, Zuidplein, Zuiderpark en Heijplaat) bedraagt het aantal ondervraagde inwoners circa 50. De hierbij horende betrouwbaarheidsmarges zijn dan ook ruimer.

Stap 1

De indicatorscore (bijvoorbeeld procent tevreden met de woning) in een wijk wordt omgerekend naar een indexscore. Dit doen we aan de hand van de afwijking van de score in die wijk ten opzichte van het stedelijk gemiddelde.

De standaarddeviatie (SD) wordt gebruikt om de afstand tot 100 (= het stadsgemiddelde) te bepalen:
  • een afstand van 1 keer SD onder het gemiddelde is gelijkgesteld aan een indexscore van 60;
  • 2 keer SD onder het gemiddelde zijn gelijkgesteld aan een indexscore van 20 en
  • scores van 1 en 2 keer SD boven het gemiddelde staan dan gelijk aan 140 en 180.

De indexscore kent een minimum van 0 en een maximum van 200. Een score van 100 staat gelijk aan het stedelijk gemiddelde ten tijde van de nulmeting (2014). Deze indexscore wordt voor alle indicatoren en alle wijken berekend.

Stap 2

Van de indexscores van alle indicatoren binnen een thema (bijvoorbeeld Wonen – subjectief) wordt het gemiddelde berekend. Deze score is de themascore. Ook de themascore heeft een waarde tussen 0 en 200 en geeft dus aan in hoeverre de gezamenlijke indicatoren afwijken van het stedelijk gemiddelde. Daarbij is het mogelijk dat de samenstellende indicatorscores binnen een thema variatie vertonen en sommige indicatorscores boven het gemiddelde liggen, terwijl andere onder het gemiddelde liggen.

Stap 3

Van alle subjectieve themascores wordt het gemiddelde berekend (bijvoorbeeld Fysiek – subjectief); dit wordt ook met alle objectieve themascores gedaan (bijvoorbeeld Fysiek – objectief). Ook hier geldt dat de samenstellende thema’s variatie kunnen vertonen. De samenvattende score geeft aan hoe de wijk er gemiddeld genomen op de thema’s in subjectieve zin (beleving, waardering) en in objectieve zin (feitelijk) voor staat.