Rozenburg (wijk)

Voorzieningen - objectief

Dit thema geeft een beeld van de nabijheid van diverse voorzieningen in de buurt. Daarbij wordt enerzijds gekeken naar de afstand tot voorzieningen en anderzijds naar het aantal voorzieningen binnen bereik. Buurten met veel voorzieningen binnen bereik hebben een hoger voorzieningenniveau en scoren daarmee hoger. De volgende onderwerpenkomen aan de orde:

• winkels voor de dagelijkse boodschappen
• sport- en speelvoorzieningen
• onderwijsvoorzieningen
• eerstelijns zorgvoorzieningen
• openbaar vervoer en
• winkelproblematiek, zoals leegstand.

% verkooppunten directe risicobranches

Percentage verkooppunten directe risicobranche veilige winkelgebieden ten opzichte van het totaal aantal verkooppunten

Bron: Locatus; bewerking OBI. Peiljaar 2021.

% verkooppunten (winkels) met leegstand

Percentage leegstaande verkooppunten (winkels) ten opzichte van het totaal aantal verkooppunten

Bron: Locatus; bewerking OBI. Peiljaar 2021.

Woningen met bakker binnen normafstand

Percentage woningen met een bakker binnen de normafstand (= 272 meter). De nabijheid van voorzieningen is per voorziening bepaald door voor elke woning de afstand te bepalen tot de dichtstbijzijnde voorziening (hemelsbreed). Het Rotterdamse gemiddelde hiervan is vervolgens gebruikt als ‘normafstand’. De verkooppunten van supermarkten en minisupers zijn ook als verkooppunt van bakker, slager, groenteboer en drogist meegenomen. Per buurt is bepaald hoeveel procent van de woningen de desbetreffende voorziening binnen de normafstand beschikbaar hebben. Voor buurten met een hoog percentage is de nabijheid van die voorziening dus groot. In buurten met een laag percentage moeten inwoners verder dan de gemiddelde Rotterdammer reizen om de voorziening te bereiken.

Bron: Locatus; bewerking OBI. Peiljaar 2021.

Woningen met groenteboer binnen normafstand

Percentage woningen met een groenteboer binnen de normafstand (= 292 meter). De nabijheid van voorzieningen is per voorziening bepaald door voor elke woning de afstand te bepalen tot de dichtstbijzijnde voorziening (hemelsbreed). Het Rotterdamse gemiddelde hiervan is vervolgens gebruikt als ‘normafstand’. De verkooppunten van supermarkten en minisupers zijn ook als verkooppunt van bakker, slager, groenteboer en drogist meegenomen. Per buurt is bepaald hoeveel procent van de woningen de desbetreffende voorziening binnen de normafstand beschikbaar hebben. Voor buurten met een hoog percentage is de nabijheid van die voorziening dus groot. In buurten met een laag percentage moeten inwoners verder dan de gemiddelde Rotterdammer reizen om de voorziening te bereiken.

Bron: Locatus; bewerking OBI. Peiljaar 2021.

Woningen met slager binnen normafstand

Percentage woningen met een slager binnen de normafstand (= 287 meter). De nabijheid van voorzieningen is per voorziening bepaald door voor elke woning de afstand te bepalen tot de dichtstbijzijnde voorziening (hemelsbreed). Het Rotterdamse gemiddelde hiervan is vervolgens gebruikt als ‘normafstand’. De verkooppunten van supermarkten en minisupers zijn ook als verkooppunt van bakker, slager, groenteboer en drogist meegenomen. Per buurt is bepaald hoeveel procent van de woningen de desbetreffende voorziening binnen de normafstand beschikbaar hebben. Voor buurten met een hoog percentage is de nabijheid van die voorziening dus groot. In buurten met een laag percentage moeten inwoners verder dan de gemiddelde Rotterdammer reizen om de voorziening te bereiken.

Bron: Locatus; bewerking OBI. Peiljaar 2021.

Woningen met drogist binnen normafstand

Percentage woningen met een drogist binnen de normafstand (= 292 meter). De nabijheid van voorzieningen is per voorziening bepaald door voor elke woning de afstand te bepalen tot de dichtstbijzijnde voorziening (hemelsbreed). Het Rotterdamse gemiddelde hiervan is vervolgens gebruikt als ‘normafstand’. De verkooppunten van supermarkten en minisupers zijn ook als verkooppunt van bakker, slager, groenteboer en drogist meegenomen. Per buurt is bepaald hoeveel procent van de woningen de desbetreffende voorziening binnen de normafstand beschikbaar hebben. Voor buurten met een hoog percentage is de nabijheid van die voorziening dus groot. In buurten met een laag percentage moeten inwoners verder dan de gemiddelde Rotterdammer reizen om de voorziening te bereiken.

Bron: Locatus; bewerking OBI. Peiljaar 2021.

Aantal verkooppunten bakker binnen normafstand

Het aantal verkooppunten bakker dat binnen de normafstand ( = 272 meter) beschikbaar is. Buurten met meer verkooppunten binnen de normafstand dan gemiddeld hebben een ruimer voorzieningenaanbod en scoren daarmee hoger.

Bron: Locatus; bewerking OBI. Peiljaar 2021.

Aantal verkooppunten groenteboer binnen normafstand

Het aantal verkooppunten groenteboer dat binnen de normafstand ( = 292 meter) beschikbaar is. Buurten met meer verkooppunten binnen de normafstand dan gemiddeld hebben een ruimer voorzieningenaanbod en scoren daarmee hoger.

Bron: Locatus; bewerking OBI. Peiljaar 2021.

Aantal verkooppunten slager binnen normafstand

Het aantal verkooppunten slager dat binnen de normafstand ( = 287 meter) beschikbaar is. Buurten met meer verkooppunten binnen de normafstand dan gemiddeld hebben een ruimer voorzieningenaanbod en scoren daarmee hoger.

Bron: Locatus; bewerking OBI. Peiljaar 2021.

Aantal verkooppunten drogist binnen normafstand

Het aantal verkooppunten drogist dat binnen de normafstand ( = 272 meter) beschikbaar is. Buurten met meer verkooppunten binnen de normafstand dan gemiddeld hebben een ruimer voorzieningenaanbod en scoren daarmee hoger.

Bron: Locatus; bewerking OBI. Peiljaar 2021.

Woningen met gymzaal binnen normafstand

Percentage woningen met een gymzaal binnen de normafstand (= 325 meter). De nabijheid van voorzieningen is per voorziening bepaald door voor elke woning de afstand te bepalen tot de dichtstbijzijnde voorziening (hemelsbreed). Het Rotterdamse gemiddelde hiervan is vervolgens gebruikt als ‘normafstand’. Per buurt is bepaald hoeveel procent van de woningen de desbetreffende voorziening binnen de normafstand beschikbaar hebben. Voor buurten met een hoog percentage is de nabijheid van die voorziening dus groot. In buurten met een laag percentage moeten inwoners verder dan de gemiddelde Rotterdammer reizen om de voorziening te bereiken.

Bron: Gemeente Rotterdam. Peiljaar 2021.

Woningen met sporthal binnen normafstand

Percentage woningen met een sporthal binnen de normafstand (= 1.133 meter). De nabijheid van voorzieningen is per voorziening bepaald door voor elke woning de afstand te bepalen tot de dichtstbijzijnde voorziening (hemelsbreed). Het Rotterdamse gemiddelde hiervan is vervolgens gebruikt als ‘normafstand’. Per buurt is bepaald hoeveel procent van de woningen de desbetreffende voorziening binnen de normafstand beschikbaar hebben. Voor buurten met een hoog percentage is de nabijheid van die voorziening dus groot. In buurten met een laag percentage moeten inwoners verder dan de gemiddelde Rotterdammer reizen om de voorziening te bereiken.

Bron: Gemeente Rotterdam. Peiljaar 2021.

Woningen met zwembad binnen normafstand

Percentage woningen met een zwembad binnen de normafstand (= 1.042 meter). De nabijheid van voorzieningen is per voorziening bepaald door voor elke woning de afstand te bepalen tot de dichtstbijzijnde voorziening (hemelsbreed). Het Rotterdamse gemiddelde hiervan is vervolgens gebruikt als ‘normafstand’. Per buurt is bepaald hoeveel procent van de woningen de desbetreffende voorziening binnen de normafstand beschikbaar hebben. Voor buurten met een hoog percentage is de nabijheid van die voorziening dus groot. In buurten met een laag percentage moeten inwoners verder dan de gemiddelde Rotterdammer reizen om de voorziening te bereiken.

Bron: Gemeente Rotterdam. Peiljaar 2021.

Woningen met voetbalveld binnen normafstand

Percentage woningen met een voetbalveld binnen de normafstand (= 1.272 meter). De nabijheid van voorzieningen is per voorziening bepaald door voor elke woning de afstand te bepalen tot de dichtstbijzijnde voorziening (hemelsbreed). Het Rotterdamse gemiddelde hiervan is vervolgens gebruikt als ‘normafstand’. Per buurt is bepaald hoeveel procent van de woningen de desbetreffende voorziening binnen de normafstand beschikbaar hebben. Voor buurten met een hoog percentage is de nabijheid van die voorziening dus groot. In buurten met een laag percentage moeten inwoners verder dan de gemiddelde Rotterdammer reizen om de voorziening te bereiken.

Bron: Gemeente Rotterdam. Peiljaar 2021.

Aantal gymzalen binnen normafstand

Het aantal gymzalen dat binnen de normafstand ( = 325 meter) beschikbaar is. Buurten met meer vestigingen binnen de normafstand dan gemiddeld hebben een ruimer voorzieningenaanbod en scoren daarmee hoger.

Bron: Gemeente Rotterdam. Peiljaar 2021.

Aantal sporthallen binnen normafstand

Het aantal sporthallen dat binnen de normafstand ( = 1.133 meter) beschikbaar is. Buurten met meer vestigingen binnen de normafstand dan gemiddeld hebben een ruimer voorzieningenaanbod en scoren daarmee hoger.

Bron: Gemeente Rotterdam. Peiljaar 2021.

Aantal zwembaden binnen normafstand

Het aantal zwembaden dat binnen de normafstand ( = 1.042 meter) beschikbaar is. Buurten met meer vestigingen binnen de normafstand dan gemiddeld hebben een ruimer voorzieningenaanbod en scoren daarmee hoger.

Bron: Gemeente Rotterdam. Peiljaar 2021.

Aantal voetbalvelden binnen normafstand

Het aantal voetbalvelden dat binnen de normafstand ( = 1.272 meter) beschikbaar is. Buurten met meer vestigingen binnen de normafstand dan gemiddeld hebben een ruimer voorzieningenaanbod en scoren daarmee hoger.

Bron: Gemeente Rotterdam. Peiljaar 2021.

Woningen met speeltuin binnen normafstand

Percentage woningen met een speeltuin binnen de normafstand (= 727 meter). De nabijheid van voorzieningen is per voorziening bepaald door voor elke woning de afstand te bepalen tot de dichtstbijzijnde voorziening (hemelsbreed). Het Rotterdamse gemiddelde hiervan is vervolgens gebruikt als ‘normafstand’. Per buurt is bepaald hoeveel procent van de woningen de desbetreffende voorziening binnen de normafstand beschikbaar hebben. Voor buurten met een hoog percentage is de nabijheid van die voorziening dus groot. In buurten met een laag percentage moeten inwoners verder dan de gemiddelde Rotterdammer reizen om de voorziening te bereiken.

Bron: Gemeente Rotterdam. Peiljaar 2021.

Woningen met georganiseerde speelvoorzieningen binnen normafstand

Percentage woningen met een georganiseerde speelvoorziening (TOS/Duimdrop) binnen de normafstand (= 1.685 meter). De nabijheid van voorzieningen is per voorziening bepaald door voor elke woning de afstand te bepalen tot de dichtstbijzijnde voorziening (hemelsbreed). Het Rotterdamse gemiddelde hiervan is vervolgens gebruikt als ‘normafstand’. Per buurt is bepaald hoeveel procent van de woningen de desbetreffende voorziening binnen de normafstand beschikbaar hebben. Voor buurten met een hoog percentage is de nabijheid van die voorziening dus groot. In buurten met een laag percentage moeten inwoners verder dan de gemiddelde Rotterdammer reizen om de voorziening te bereiken.

Bron: Gemeente Rotterdam. Peiljaar 2021.

Aantal speeltuinen binnen normafstand

Het aantal speeltuinen dat binnen de normafstand ( = 727 meter) beschikbaar is. Buurten met meer vestigingen binnen de normafstand dan gemiddeld hebben een ruimer voorzieningenaanbod en scoren daarmee hoger.

Bron: Gemeente Rotterdam. Peiljaar 2021.

Aantal georganiseerde speelvoorzieningen binnen normafstand

Het aantal georganiseerde speelvoorzieningen (Thuis op Straat/Duimdrop) dat binnen de normafstand ( = 1.685 meter) beschikbaar is. Buurten met meer vestigingen binnen de normafstand dan gemiddeld hebben een ruimer voorzieningenaanbod en scoren daarmee hoger.

Bron: Gemeente Rotterdam. Peiljaar 2021.

Woningen met basisscholen binnen normafstand

Percentage woningen met een basisschool binnen de normafstand (= 267 meter). De nabijheid van voorzieningen is per voorziening bepaald door voor elke woning de afstand te bepalen tot de dichtstbijzijnde voorziening (hemelsbreed). Het Rotterdamse gemiddelde hiervan is vervolgens gebruikt als ‘normafstand’. Per buurt is bepaald hoeveel procent van de woningen de desbetreffende voorziening binnen de normafstand beschikbaar hebben. Voor buurten met een hoog percentage is de nabijheid van die voorziening dus groot. In buurten met een laag percentage moeten inwoners verder dan de gemiddelde Rotterdammer reizen om de voorziening te bereiken.

Bron: gemeente Rotterdam. Peiljaar 2021.

Woningen met VMBO scholen binnen normafstand

Percentage woningen met een VMBO-school binnen de normafstand (= 889 meter). De nabijheid van voorzieningen is per voorziening bepaald door voor elke woning de afstand te bepalen tot de dichtstbijzijnde voorziening (hemelsbreed). Het Rotterdamse gemiddelde hiervan is vervolgens gebruikt als ‘normafstand’. Per buurt is bepaald hoeveel procent van de woningen de desbetreffende voorziening binnen de normafstand beschikbaar hebben. Voor buurten met een hoog percentage is de nabijheid van die voorziening dus groot. In buurten met een laag percentage moeten inwoners verder dan de gemiddelde Rotterdammer reizen om de voorziening te bereiken.

Bron: Gemeente Rotterdam. Peiljaar 2021.

Woningen met HAVO VWO scholen binnen normafstand

Percentage woningen met een Havo/VWO-school binnen de normafstand (= 1.117 meter). De nabijheid van voorzieningen is per voorziening bepaald door voor elke woning de afstand te bepalen tot de dichtstbijzijnde voorziening (hemelsbreed). Het Rotterdamse gemiddelde hiervan is vervolgens gebruikt als ‘normafstand’. Per buurt is bepaald hoeveel procent van de woningen de desbetreffende voorziening binnen de normafstand beschikbaar hebben. Voor buurten met een hoog percentage is de nabijheid van die voorziening dus groot. In buurten met een laag percentage moeten inwoners verder dan de gemiddelde Rotterdammer reizen om de voorziening te bereiken.

Bron: Gemeente Rotterdam. Peiljaar 2021.

Aantal basisscholen binnen normafstand

Het aantal basisscholen dat binnen de normafstand ( = 267 meter) beschikbaar is. Buurten met meer vestigingen binnen de normafstand dan gemiddeld hebben een ruimer voorzieningenaanbod en scoren daarmee hoger.

Bron: Gemeente Rotterdam. Peiljaar 2021.

Aantal VMBO scholen binnen normafstand

Het aantal VMBO-scholen dat binnen de normafstand ( = 889 meter) beschikbaar is. Buurten met meer vestigingen binnen de normafstand dan gemiddeld hebben een ruimer voorzieningenaanbod en scoren daarmee hoger.

Bron: Gemeente Rotterdam. Peiljaar 2021.

Aantal HAVO VWO scholen binnen normafstand

Het aantal Havo/VWO-scholen dat binnen de normafstand ( = 1.117 meter) beschikbaar is. Buurten met meer vestigingen binnen de normafstand dan gemiddeld hebben een ruimer voorzieningenaanbod en scoren daarmee hoger.

Bron: Gemeente Rotterdam. Peiljaar 2021.

Woningen met tandartspraktijk binnen normafstand

Percentage woningen met een tandartspraktijk binnen de normafstand (= 385 meter). De nabijheid van voorzieningen is per voorziening bepaald door voor elke woning de afstand te bepalen tot de dichtstbijzijnde voorziening (hemelsbreed). Het Rotterdamse gemiddelde hiervan is vervolgens gebruikt als ‘normafstand’. Per buurt is bepaald hoeveel procent van de woningen de desbetreffende voorziening binnen de normafstand beschikbaar hebben. Voor buurten met een hoog percentage is de nabijheid van die voorziening dus groot. In buurten met een laag percentage moeten inwoners verder dan de gemiddelde Rotterdammer reizen om de voorziening te bereiken.

Bron: Bedrijvenregister Zuid-Holland; bewerking OBI. Peiljaar 1-1-2020.

Woningen met fysiotherapeut binnen normafstand

Percentage woningen met een fysiotherapiepraktijk binnen de normafstand (= 333 meter). De nabijheid van voorzieningen is per voorziening bepaald door voor elke woning de afstand te bepalen tot de dichtstbijzijnde voorziening (hemelsbreed). Het Rotterdamse gemiddelde hiervan is vervolgens gebruikt als ‘normafstand’. Per buurt is bepaald hoeveel procent van de woningen de desbetreffende voorziening binnen de normafstand beschikbaar hebben. Voor buurten met een hoog percentage is de nabijheid van die voorziening dus groot. In buurten met een laag percentage moeten inwoners verder dan de gemiddelde Rotterdammer reizen om de voorziening te bereiken.

Bron: Bedrijvenregister Zuid-Holland; bewerking OBI. Peiljaar 1-1-2020.

Woningen met huisartspraktijk binnen normafstand

Percentage woningen met een huisartspraktijk binnen de normafstand (= 362 meter). De nabijheid van voorzieningen is per voorziening bepaald door voor elke woning de afstand te bepalen tot de dichtstbijzijnde voorziening (hemelsbreed). Het Rotterdamse gemiddelde hiervan is vervolgens gebruikt als ‘normafstand’. Per buurt is bepaald hoeveel procent van de woningen de desbetreffende voorziening binnen de normafstand beschikbaar hebben. Voor buurten met een hoog percentage is de nabijheid van die voorziening dus groot. In buurten met een laag percentage moeten inwoners verder dan de gemiddelde Rotterdammer reizen om de voorziening te bereiken.

Bron: Bedrijvenregister Zuid-Holland; bewerking OBI. Peiljaar 1-1-2020.

Woningen met apotheek binnen normafstand

Percentage woningen met een apotheek binnen de normafstand (= 417 meter). De nabijheid van voorzieningen is per voorziening bepaald door voor elke woning de afstand te bepalen tot de dichtstbijzijnde voorziening (hemelsbreed). Het Rotterdamse gemiddelde hiervan is vervolgens gebruikt als ‘normafstand’. Per buurt is bepaald hoeveel procent van de woningen de desbetreffende voorziening binnen de normafstand beschikbaar hebben. Voor buurten met een hoog percentage is de nabijheid van die voorziening dus groot. In buurten met een laag percentage moeten inwoners verder dan de gemiddelde Rotterdammer reizen om de voorziening te bereiken.

Bron: Bedrijvenregister Zuid-Holland; bewerking OBI. Peiljaar 1-1-2020.

Aantal tandartspraktijken

Het aantal tandartspraktijken dat binnen de normafstand ( = 385 meter) beschikbaar is. Buurten met meer vestigingen binnen de normafstand dan gemiddeld hebben een ruimer voorzieningenaanbod en scoren daarmee hoger.

Bron: Bedrijvenregister Zuid-Holland; bewerking OBI. Peiljaar 1-1-2020.

Aantal fysiotherapeuten

Het aantal fysiotherapiepraktijken dat binnen de normafstand ( = 333 meter) beschikbaar is. Buurten met meer vestigingen binnen de normafstand dan gemiddeld hebben een ruimer voorzieningenaanbod en scoren daarmee hoger.

Bron: Bedrijvenregister Zuid-Holland; bewerking OBI. Peiljaar 1-1-2020.

Aantal huisartspraktijken

Het aantal huisartspraktijken dat binnen de normafstand ( = 362 meter) beschikbaar is. Buurten met meer vestigingen binnen de normafstand dan gemiddeld hebben een ruimer voorzieningenaanbod en scoren daarmee hoger.

Bron: Bedrijvenregister Zuid-Holland; bewerking OBI. Peiljaar 1-1-2020.

Aantal apotheken

Het aantal apotheken dat binnen de normafstand ( = 417 meter) beschikbaar is. Buurten met meer vestigingen binnen de normafstand dan gemiddeld hebben een ruimer voorzieningenaanbod en scoren daarmee hoger.

Bron: Bedrijvenregister Zuid-Holland; bewerking OBI. Peiljaar 1-1-2020.

Woningen met bushaltes binnen normafstand

Percentage woningen met een bushalte binnen de normafstand (= 277 meter). De nabijheid van voorzieningen is per voorziening bepaald door voor elke woning de afstand te bepalen tot de dichtstbijzijnde voorziening (hemelsbreed). Het Rotterdamse gemiddelde hiervan is vervolgens gebruikt als ‘normafstand’. Per buurt is bepaald hoeveel procent van de woningen de desbetreffende voorziening binnen de normafstand beschikbaar hebben. Voor buurten met een hoog percentage is de nabijheid van die voorziening dus groot. In buurten met een laag percentage moeten inwoners verder dan de gemiddelde Rotterdammer reizen om de voorziening te bereiken.

Bron: Gemeente Rotterdam; bewerking OBI. Peiljaar 2021.

Woningen met metrostations binnen normafstand

Percentage woningen met een metrostation binnen de normafstand (= 1.184 meter). Het treinstation in Hoek van Holland is beschouwd als gelijkwaardig aan een metrostation. De nabijheid van voorzieningen is per voorziening bepaald door voor elke woning de afstand te bepalen tot de dichtstbijzijnde voorziening (hemelsbreed). Het Rotterdamse gemiddelde hiervan is vervolgens gebruikt als ‘normafstand’. Per buurt is bepaald hoeveel procent van de woningen de desbetreffende voorziening binnen de normafstand beschikbaar hebben. Voor buurten met een hoog percentage is de nabijheid van die voorziening dus groot. In buurten met een laag percentage moeten inwoners verder dan de gemiddelde Rotterdammer reizen om de voorziening te bereiken.

Bron: Gemeente Rotterdam; bewerking OBI. Peiljaar 2021.

Woningen met tramhaltes binnen normafstand

Percentage woningen met een tramhalte binnen de normafstand (= 1.747 meter). De nabijheid van voorzieningen is per voorziening bepaald door voor elke woning de afstand te bepalen tot de dichtstbijzijnde voorziening (hemelsbreed). Het Rotterdamse gemiddelde hiervan is vervolgens gebruikt als ‘normafstand’. Per buurt is bepaald hoeveel procent van de woningen de desbetreffende voorziening binnen de normafstand beschikbaar hebben. Voor buurten met een hoog percentage is de nabijheid van die voorziening dus groot. In buurten met een laag percentage moeten inwoners verder dan de gemiddelde Rotterdammer reizen om de voorziening te bereiken.

Bron: Gemeente Rotterdam; bewerking OBI. Peiljaar 2021.

Aantal bushaltes

Het aantal bushaltes dat binnen de normafstand ( = 277 meter) beschikbaar is. Buurten met meer vestigingen binnen de normafstand dan gemiddeld hebben een ruimer voorzieningenaanbod en scoren daarmee hoger.

Bron: Gemeente Rotterdam; bewerking OBI. Peiljaar 2021.

Aantal metrostations

Het aantal metrostations dat binnen de normafstand ( = 1.184 meter) beschikbaar is. Buurten met meer vestigingen binnen de normafstand dan gemiddeld hebben een ruimer voorzieningenaanbod en scoren daarmee hoger.

Bron: Gemeente Rotterdam; bewerking OBI. Peiljaar 2021.

Aantal tramhaltes

Het aantal tramhaltes dat binnen de normafstand ( = 1.747 meter) beschikbaar is. Buurten met meer vestigingen binnen de normafstand dan gemiddeld hebben een ruimer voorzieningenaanbod en scoren daarmee hoger.

Bron: Gemeente Rotterdam; bewerking OBI. Peiljaar 2021.